Abraham Icek Tuschinski (1886-1942)

foto: Jewish Historical Museum in Amsterdam

Deze Pools Joodse kleermaker, die aan het begin van de 20e eeuw naar Nederland kwam, groeide uit tot de bioscoopmagnaat van Nederland. Door het bombardement van 1940 herinnert nu alleen het overbekende Art-noveau theater in Amsterdam aan hem – Theater Tuschinski.

foto: Wikipedia

In oktober 2011 vierde het Theater Tuschinski 90-ste verjaardag.

Abram (later genoemd Abraham) Icek Tuschinski werd op 14 mei 1886 geboren in Polen. Zijn Joodse ouders waren marktkooplieden. In zijn geboorteplaats Brzezin bezocht hij de Joodse lagere school en werd daarna kleermaker. In het voetspoor van grote groepen joodse landgenoten besloot hij in 1904 naar de Verenigde Staten te emigreren om daar verder zijn vak uit te oefenen. Zoals de meeste Oosteuropese emigranten koos hij voor een oversteek vanuit de haven van Rotterdam. Hij vestigde zich als vestenmaker in Rotterdam en liet een jaar later zijn vrouw Mariem Estera Ehrlich overkomen. In 1918 werd de naturalisatie aangevraagd en toegekend.

Tuschinski zag in deze stad veel kansen. Het ontging hem echter niet dat de uit Polen en de Balkanlanden afkomstige landverhuizers – voor het merendeel joden – in afwachting van de boot naar de Nieuwe Wereld in Rotterdam (’Warschau aan de Maas’ genoemd) behoefte hadden aan betaalbaar en goed onderdak. Zo startte hij na enkele jaren Hotel Polski, een logement voor Joodse vluchtelingen uit Polen, die vanuit Rotterdam naar Amerika wilden vertrekken.

In 1911, toen professionele filmvertoningen in Nederland nog in opkomst waren, opende Tuschinski zijn eerste bioscoop, genaamd Thalia, in een buitengebruik gesteld zeemanskerkje aan de Coolvest. Deze onderneming was een succes, maar het pand in de Zandstraatbuurt werd spoedig door de gemeente afgebroken. Tuschinski zat niet bij de pakken neer en opende in de loop der jaren vele nieuwe bioscopen in Rotterdam. Dit waren ondermeer Thalia (2) in de Hoogstraat, het Grand Théâtre (Pompenburgsingel), Olympia (Binnenweg), Cinema Royal (Coolsingel) en de avant-garde-bioscoop Studio ’32. Om deze bedrijven te runnen riep Tuschiniski de hulp in van zijn zwagers Hermann Ehrlich en Hermann Gerschtanowitz.

Tuschinski, een selfmade man en autodidact, was een enthousiaste, doortastende en vernieuwende ondernemer die de bezoekers van zijn bioscopen steeds wist te verrassen met de nieuwste en beste films. Zijn theaters kenmerkten zich door luxe en qua inrichting ontstond er zelfs een typische art deco-achtige Tuschinski-stijl die heden ten dagen nog te bewonderen is in het Amsterdamse Tuschinski Theater uit 1921. Hiervoor en voor andere noviteiten, bijvoorbeeld de geluidsfilm, gaf de bioscoopexploitant gemakkelijk veel geld uit, iets waar de draagkracht van zijn onderneming in de jaren dertig onder te lijden kreeg. Vlak voor de oorlog bleef zijn firma vooral op de been dankzij geldschieters.

In de Tweede Wereldoorlog wilde Tuschinski van vluchten of onderduiken niets weten en in 1942 werden hij en zijn vrouw op transport gesteld naar Polen. De vernieuwende bioscoopmagnaat en filmkenner overleefde, net als veel van zijn familieleden, de oorlog niet (zijn drie zoons waren al voor de oorlog overleden). Op 17 september 1942 overleed Abraham Tuschinski in Auschwitz.

Lees: Theater Tuschinski viert negentigste verjaardag op 28.10.2011 (oude films en oude kranten)

Zie:
Reclamefilm van het Tuschinski theater in Amsterdam uit 1933
Abraham Tuschinski snijdt persoonlijk de Tuschinski-taart aan, gevolgd door beelden van taart etende mensen

aflevering van 'Rotterdammers van formaat’ Abraham Tuschinski

    • Gepubliceerd op

Polonia.NL

    • 25.01.2012

 

    • – Uitgever: STEP – Stichting van Poolse Experts in Nederland , lees meer

over ons

Bezoek ons op social media en geef je mening:

Facebookblijft op de hoogte en laat je commentaar achter
Twittervolgt ons op Twitter
Leuk? Klik op het Facebook-logo in de rechter hoek van de website