Werknemers uit Polen en zeven andere nieuwe EU-lidstaten kunnen vanaf 1 januari 2007 vrij aan de slag in Nederland. Het kabinet neemt wel eerst maatregelen om oneerlijke concurrentie en onderbetaling te voorkomen.

Dit heeft het kabinet besloten op voorstel van staatssecretaris Van Hoof (SZW).
In
Nederland geldt vanaf 1 januari 2007 vrij verkeer van werknemers uit de
nieuwe EU-landen Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen,
Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Deze werknemers kunnen dan vrij aan de
slag in Nederland. Ook moeten zij hetzelfde worden behandeld en beloond
als Nederlandse werknemers.

Op dit moment geldt een overgangsregeling voor werknemers uit deze
Midden- en Oost-Europese landen. Dit houdt in dat zij alleen met een
tewerkstellingsvergunning in Nederland mogen werken. Nederland moet
voor 1 mei 2006 beslissen over verlenging van deze overgangsregeling.

De regeling is tot uiterlijk 1 mei 2009 te verlengen, maar
uiteindelijk is vrij verkeer van werknemers onontkoombaar. Het kabinet
zoekt vooral naar het beste tijdstip.

Volgens het kabinet is 1 januari 2007 een gunstig tijdstip, omdat er
een toenemende vraag naar arbeid wordt verwacht. Uitstel kan ertoe
leiden dat vaker illegale constructies worden gebruikt en dat er meer
zelfstandigen uit de nieuwe lidstaten komen. Zij mogen zich al vrij
vestigen in Nederland.

Verdringing
Het kabinet denkt dat de risico’s op
verdringing op de arbeidsmarkt klein zijn. Daarvoor komen geen
aanwijzingen uit landen waar al een vrij verkeer van werknemers geldt.
Seizoensarbeiders uit de nieuwe EU-landen doen ook in Nederland vaak
werk waarvoor in hier te weinig mensen te vinden zijn.

Naar schatting komen er in het eerste jaar 53.000 tot 63.000
werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten naar Nederland. Dat zijn er
ongeveer 23.500 tot 33.500 meer dan nu. De grootste groep bestaat uit
seizoensarbeiders. Samen zouden alle nieuwe migranten 0,4% tot 0,5% van
de totale arbeid verrichten.

Maatregelen
Het kabinet neemt maatregelen om
oneerlijke concurrentie tegen te gaan en ervoor te zorgen dat
werknemers uit de nieuwe lidstaten gelijk worden behandeld en betaald:

De Arbeidsinspectie gaat vaker controleren of werkgevers onder het
wettelijke minimumloon betalen. Werkgevers die dat doen, krijgen een
bestuurlijke boete. Hiervoor is een wetswijziging nodig, die op 1
januari 2007 moet ingaan.
• Voor werknemers en werknemersorganisaties blijft het mogelijk om in geval van onderbetaling via de rechter loon te vorderen.
• Het minimumloon wordt voortaan uitgedrukt in minimumuurloon. Hiervoor wordt een wetswijziging voorbereid.

De Belastingdienst en de Arbeidsinspectie gaan intensiever samenwerken
om illegale arbeid en zwart werk aan te pakken. Ook controleren zij of
buitenlandse werknemers zich ten onrechte voordoen als zelfstandigen
zonder personeel, om zo het wettelijk minimumloon te ontduiken.

Om fraude met loonbelasting en sociale premies tegen te gaan, maken
instanties in Nederland en andere EU-landen afspraken over een goede
uitwisseling van gegevens.
• Werknemers uit de nieuwe EU-landen
moeten goede voorlichting krijgen over hun CAO-rechten. De overheid
biedt hierbij ondersteuning aan de werkgevers en werknemers.

Tussen 1 mei 2006 en 1 januari 2007
Tot 1 januari 2007 mogen werknemers uit de nieuwe EU-landen alleen met een tewerkstellingsvergunning in Nederland werken.

Na 1 mei 2006 wordt het wel gemakkelijker zo’n vergunning aan te
vragen. Het CWI hoeft dan niet meer te onderzoeken of er in Nederland
of de oude EU-lidstaten iemand is die het werk kan doen. Voor
werkgevers duurt de procedure daardoor nog maar maximaal twee weken.

zie persbericht ministerraad van 31.03.2006